Boekbespreking

Zijn dood bracht mij verlossing

Leestijd: 6 minuten

Ik ga ervan uit dat voor velen een dergelijke ervaring een emotionele rollercoaster is, maar voor mij is dat ongewoon. Niet dat ik een koele kikker ben, maar op z’n minst een neutrale kikker. Emoties heb ik moeten hervinden. Kennelijk had ik die klappen daarvoor nodig. De gebeurtenissen brachten me waar ik moest zijn, want nu pas voel ik me honderd procent mens, volledig geïncarneerd. Ruim zestig jaar heb ik erover mogen doen.

Om het in perspectief te plaatsen en om te begrijpen waarom dat voor mij bijzonder is, neem ik je even mee naar de jaren zestig.

Ik was zorgeloos, onderzoekend en weetgierig. Ik liep altijd vrolijk naar buiten om de kleine bloemetjes in het gras te bestuderen. En op het pad achter het huis speurde ik graag naar mooie, gladde steentjes tussen het grind. De zwarte steentjes vond ik het allermooist en ze voelden zo heerlijk aan, zo perfect. Ik kan me ook herinneren dat ik op een dag de keuken binnenliep en een regenworm omhoog hield en vol trots met glimoogjes tegen mijn moeder zei: “Kijk mama, bami!”.

Computerspelletjes en netflixen, dat bestond toen niet. En op tv begon de programmering pas rond 7 uur ’s avonds en was nog niet eens avondvullend. Hele andere tijden… Onze avonden werden vaak gevuld met verhalen vertellen en samen muziek maken. Ja, Indisch en muziek hè, een bekend duo.

Op een dag, wanneer na het avondeten afwasgeluiden vanuit de keuken te horen zijn, pakken Broer2 en Broer3 een gitaar en beginnen wat te jammen. Ik zit er als klein ukkie van vier bij, opgekruld in de hoek van de bank, lekker knus aan de kachelkant. De avond valt rustig en ik wacht in spanning af wat er gaat komen. Zus4 en Broer5 lopen nog wat rond. Wordt het luisteren naar verhalen van mijn vader (een ware meesterverteller) of gaan we zingen en muziek maken. Ik hoor nog wat afwasgeluiden, maar het zal vast niet lang meer duren voordat we allemaal bij elkaar zijn. Terwijl Broer3 in gesprek gaat met Broer1 lijkt Broer2 zich te vervelen. Hij draait zich om naar mij en denkt een grappige opmerking te maken als hij zegt dat papa en mama mij gevonden hebben.

Hij heeft nooit geweten wat zijn ‘grap’ voor verstrekkende gevolgen had, elk gevoel van veiligheid en geborgenheid verdween. Omdat ik nooit iemand heb durven vragen of het wel echt waar was, is het een eigen leven gaan leiden. IK ben een eigen leven gaan leiden, emotioneel afgescheiden van in ieder geval mijn ouders.
In die tijd ontwikkelde zich een voedselallergie dat zich uitte in een eczeem. Ik liep er als een halve mummie rond, met mijn armen en benen ingewikkeld in verband. Naarmate ik steeds meer de leugen begon te doorzien, speelde de allergie steeds minder op.

Maar ondertussen heeft de misplaatste grap al een behoorlijke impact gehad. Ik zei niets meer, behalve het hoognodige. Ik was al verlegen, maar nu durfde ik geen woord te zeggen en durfde niemand aan te kijken. Bij spelletjes op straat of op school stond ik altijd langs de kant, tenzij ik gevraagd werd om mee te spelen. (grote dank aan mijn buurmeisje)

Op de basisschool ontwikkelde ik smetvrees, doordat ik op school een film had gezien over bacteriën. Dat ging zo in mijn hoofd vastzitten dat je maar naar mijn theelepeltje hoefde te kijken en ik hoefde het al niet meer. Broer5 wees weleens naar mijn thee om mij te pesten, of hij pakte even mijn lepeltje vast. Nou, dan was het klaar. Ik hoefde geen druppel meer.
Daarnaast had ik ook sterk het idee dat ik niet van deze wereld was. Nou dat hielp natuurlijk niet bij het terugkomen naar mijn realiteit als honderd procent jongste kind van het gezin.

foto ik ben bewustzijn: door Jacob Lund via Canva
foto ik ben bewustzijn: door Jacob Lund via Canva

Ik identificeerde me niet met anderen en ik begreep ze ook totaal niet. Steeds meer kreeg ik de overtuiging dat ik iets anders was in een menselijke vorm. Ik zag bevestiging in de continue ervaring dat wanneer ik mijn ogen opendeed en de wereld in keek, ik tegen een paar randen aankeek en pas de wereld zag wanneer ik me op het midden focuste. Als je ooit een masker op je neus hebt gehad, dan weet je waarschijnlijk wel wat ik bedoel. Er zit ruimte tussen je ogen en de ooggaten van het masker. Als iemand me had verteld dat ik tussen de sterren in de hemel hoorde, dan had ik dat meteen geloofd. En ís het wel toevallig dat mijn voorletters ET zijn?

Ook zag ik dingen die een ander niet zag, zoals een donkere schim die mij leek te willen grijpen. Of visioenen, beelden uit de toekomst die ik bevestigd kreeg op het moment dat de tijd synchroon liep met het visioen en ik het me wist te herinneren. Op het moment dat ik herkende dat een visioen zich ging ontvouwen, zocht ik snel in mijn herinnering op wat er dan volgde en keek toe hoe het werkelijkheid werd. Dat was een favoriet spelletje van me.

Een normale kindertijd ken ik niet, die heb ik overgeslagen. In mijn hoofd heb ik mezelf opgevoed, en daar was geen ruimte voor het kindzijn. Mijn kindertijd, mijn jeugd, mijn adolescentie tot en met een deel van mijn volwassen leven was ik alleen op overleven gefocust.

Vanaf het moment dat ik besloot om alleen nog mezelf te volgen en op mezelf te bouwen en alleen naar anderen te luisteren wanneer ik dacht dat ik ervan kon leren of wanneer ik dacht dat het goed voor me was of omdat ik er gewoonweg zin in had voor mijn plezier, ontwikkelde zich mijn innerlijk leiderschap. Wat goed en zuiver voelde volgde ik en ik nam afstand van wat niet goed of zuiver voelde. En wanneer er iets was waarvan ik niet goed kon voelen of het positief of negatief voor me was, daar nam ik een gok en nam verantwoordelijkheid voor de consequenties.

Toen ik dertien was daalde bij mij steeds meer het besef dat – wilde ik kunnen overleven in de mensenjungle – ik moest gaan onderzoeken wie ik was als mens. Ik las alle psychologieboeken die ik in de bibliotheek kon vinden. Alles wat ik las legde ik op wat ik zag in mijn wereld om de mens nog beter te kunnen begrijpen, en ook mijzelf. Voor de zekerheid had ik maniertjes bedacht hoe ik uit het leven kon stappen, mocht ik er geen zin meer in hebben. Ik kon maar beter voorbereid zijn, vond ik. Toen ik zestien was besloot ik niet langer aan de zijlijn te staan, maar te integreren. Die beslissing nam ik omdat ik dacht dat als ik al zoveel jaar op aarde rondliep, er wellicht een reden voor zou zijn. Het leek mij dat ik nog méér jaren hier rond zou moeten lopen. En als dat inderdaad de bedoeling was, dan kon ik er maar beter actief in zijn en het beste ervan maken.

Maar nou zat ik wel met die schuwheid, hoe kon ik dat tackelen? Straks, als ik onderdeel zou worden van de werkende maatschappij, dan moest ik me sociaal gezien wel staande kunnen houden. Ik ging na wat ik al wél kon en zag een oplossing. Ik besloot mezelf tot transformatie te dwingen door op het podium te gaan staan als zangeres. Lekker frontaal, niet te omzeilen. Ik móest mezelf dan wel confronteren met massa’s mensen. Ik zei dan tegen mezelf: Emmy, je moet, oefening baart kunst. En elke keer, zonder uitzondering, ervoer ik het als een enorme – haast onmogelijke – opgave.

Ik ben na de geboorte van mijn dochter gestopt met de muziek, maar het heeft nog tot ruim in mijn dertiger jaren geduurd voordat ik me redelijk comfortabel voelde op het podium, tussen de mensen en als mens zijnde. Het heeft decennia geduurd voordat ik mezelf als mens accepteerde en me als zodanig kon presenteren en manifesteren. Maar dat wilde niet zeggen dat ik me als mens volledig geïntegreerd, geaard voelde, dat kwam pas recentelijk. Met name bij het overlijden van mijn schoonvader. Die gebeurtenis maakte pas echt de emoties los die ik altijd bij anderen zag, maar nooit voelde. Ook niet toen mijn eigen ouders overleden. Destijds dacht ik dat ik als dochter toch meer hoorde te voelen. Maar ik was nog heel erg bezig bij mezelf de laagjes van het menszijn te ontwikkelen. Maar decennia later, bij het overlijden van mijn schoonvader, voelde ik alle menselijke emoties in vol ornaat. Mijn schoonvader was een lieve, warmhartige man met de nodige nukken, maar onze persoonlijkheden matchten niet. Ik ben op groei en ontwikkeling gericht en hij volledig op status quo, maar zolang ik niks van hem verwachtte, konden we goed door één deur. Hij was een goede man en een fijne opa voor mijn dochter en de andere kleinkinderen, maar als hij niet mijn schoonvader was, dan zou hij nimmer in mijn inner circle zitten. Maar juist deze man heeft er moeten zijn om me mijn menszijn volledig te laten voelen. Daar ben ik super dankbaar voor, want nu ik heel ben, kan ik ook veel beter co-creëren met het Universum.

Mensen, dingen, kansen, situaties, omstandigheden en mogelijkheden komen op je pad met een reden. Heb er oog voor.

Nu pas voel ik me volledig geïntegreerd als mens. En ik zeg dat ook specifiek op deze manier, omdat ik gaandeweg wel heb ontdekt dat ik inderdaad meer ben dan alleen mens. Als klein kind “wist” ik het goed. Ik ben Bewustzijn, ik ben deel van het grotere geheel en tegelijkertijd ook het geheel zelf. Ik ben de Bron. Net als jij.

1 REACTIE

  1. Wauw, Emmy. Wat neem je ons op een mooie manier mee in jouw leven. Je hebt een bijzondere tijd achter de rug en met je nieuwe inzichten ga je ook weer een hele bijzondere tijd tegemoet. Prachtig.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in

Meer van dit

MEEST BEKEKEN

Het beste van FEEM wekelijks in je mail?