Wat is de beste motivatie voor de mensen met wie je als zakelijk samenwerkt? Simpel: geld. Want meer geld leidt tot hogere productiviteit en gelukkigere medewerkers. Toch?
Helaas is het niet zo simpel, laat Dan Pink zien in zijn TEDTalk The Puzzle of Motivation. Meer geld werkt prima als je hogere productiviteit wil voor heel duidelijke, regelgebonden werkzaamheden. Maar laat dat nou precies het soort werkzaamheden zijn dat we tegenwoordig vooral automatiseren en in lage-lonen-landen laten uitvoeren. Het stimuleren van het creatievere werk dat overblijft, doe je niet met meer geld, maar met meer autonomie.
Als je Dan Pinks hele TEDTalk wil zien, dan kan dat hier.
Niet alleen de inhoud van deze TEDTalk is interessant voor elke ondernemer of leidinggevende die het beste wil halen uit de mensen met wie hij of zij samenwerkt. Je kunt ook veel van Dan Pink leren als het gaat om het geven van een goede pitch, speech of TEDTalk. Op basis van zijn TEDTalk geef ik je vier tips die je direct kunt toepassen de volgende keer dat je presenteert.
1 Leg moeilijke woorden uit
In een eerder artikel heb ik al eens uitgebreid uitgelegd waarom het wetenschappelijk gezien niet handig is om moeilijke woorden te gebruiken in een presentatie. Want in tegenstelling tot wat je zou denken, maakt het dat je publiek je niet slimmer, maar juist dommer vindt en je boodschap minder makkelijk volgt.
Dan Pink doet dat op zich goed: hij gebruikt maar twee moeilijke woorden: intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie. Waar hij ook nog eens heel makkelijke definities van geeft. Zo beschrijft hij extrinsieke motivatie als “reward and punishment, carrots and sticks”. Dat is een heldere definitie. En het gebruik van heldere definities zorgt dat het publiek (en jij als spreker dus!) geen ‘last’ heeft van een moeilijk woord dat je gebruikt.
Helaas geeft hij die goede definitie pas veel later in zijn betoog, minuten nadat hij de termen voor het eerst gebruikt. Als het belangrijk voor je verhaal is om een moeilijk woord te gebruiken, wees dan ofwel 100% zeker dat iedereen in het publiek dat woord kent (en bij een TEDTalk mag je daar niet vanuit gaan), of leg het direct kort en duidelijk uit. Hetzelfde geldt uiteraard voor afkortingen en vakjargon.
2 Gebruik geen 100% woorden
Dan Pink corrigeert zijn tekst een paar keer tijdens zijn TEDTalk als hij zichzelf betrapt op het gebruik van 100% woorden. Hij zegt bijvoorbeeld “Voor 21e-eeuwse taken werkt die mechanische, beloning-en-straf aanpak niet”. En corrigeert zichzelf dan naar “werkt vaak niet”.
Dat is een goede correctie, want gebruik van zwart-wit woorden als nooit, altijd, iedereen, doet afbreuk aan je boodschap. Dingen zijn zelden (😊) zwart-wit en claimen dat dat wel zo is, maakt je minder overtuigend.
3 Lees PowerPoint slides voor
In een vorige Just Talk gaf ik als tip om geen tekst, maar plaatjes te gebruiken in je PowerPoint. Ik schreef: “Wij mensen kunnen niet tegelijkertijd luisteren én lezen. Zodra er tekst op de dia staat, gaan we die automatisch lezen en kunnen we niet meer naar jou als spreker luisteren”.
Dat wil niet zeggen dat je nooit teksten op een slide kan zetten. Pink laat zien hoe je teksten wel kunt gebruiken. Als hij een conclusie uit een onderzoek citeert, laat hij dat citaat op een dia zien en leest ‘m gelijk voor. En dat werkt wel. Want dan komen luisteren en lezen tegelijkertijd voor je publiek en verlies je hun aandacht niet.
4 Geef je publiek de tijd om te lachen
Als je een grap maakt en hij komt goed aan bij je publiek, dan gaan ze lachen. Dat is uiteraard de bedoeling. Zorg er dan voor dat je publiek ook kan lachen: geef ze daarvoor de tijd en praat niet over de lach heen. Doe je dat wel, dan ‘train’ je ze om bij de volgende grap minder of zelfs niet te lachen, omdat ze anders bang zijn om te missen wat je verder zegt.
Hoe dat werkt, kun je heel goed zien halverwege Pinks speech (vanaf 08:33):
- Hij zegt: “This is not a feeling.” Dan krijgt hij een lach waar hij overheen praat en die dus snel afneemt.
- Hij zegt tijdens die lach: “I’m a lawyer; I don’t believe in feelings”. Dat lokt ook een lach uit, waar hij opnieuw overheen praat door te zeggen: “This is not a philosophy”. Dus ook deze lach stopt heel snel.
- Dan stopt hij om de lach op deze nieuwe zin te incasseren en die komt dan niet meer. Want het publiek heeft zojuist geleerd dat hij door wil praten.
- Dan probeert hij het opnieuw met: “I’m an American; I don’t believe in philosophy” en stopt dan bewust. Hij staat letterlijk stil op het podium. Precies zoals het moet. En dat leidt dan tot een uitgebreide lach.
- Als het publiek is uitgelachen, zegt hij: “This is a fact –or, as we say in my hometown of Washington, D.C., a true fact.”
- Daarop volgt een harde lach, die hij direct weer onderbreekt met een “Let me…”. Maar zodra hij doorheeft dat hij dat doet, stopt hij om het publiek te laten doorlachen. En dat leidt tot een spontaan applaus.
Heel goed gecorrigeerd van hem!
Als je nog veel meer tips wilt, bekijk dan mijn hele TEDAnalyse van Dan Pinks TEDTalk The Puzzle of Motivation: