Op de achterflap staat het zo kort mogelijk uitgelegd: Het is een reis die de hoofdpersoon aflegt in elke film en ieder boek.
Zo klinkt het heel basic, maar vergis je niet. De Reis van de Held is niet zomaar een bedachte manier om mooie verhalen te vertellen.
Het gaat veel dieper dan dat. Die diepte is wat het zo bijzonder maakt.
Waar zullen we beginnen?
Bij Joseph Cambell (1904-1987) uiteraard.
Deze Amerikaanse filosoof was ook nog eens hoogleraar Literatuurwetenschappen bij het Sarah Lawrence College in New York. Hij heeft heel veel mythen bestudeerd en tijdens deze studies kwam hij erachter dat deze mythen in de basis een vergelijkbaar patroon volgen, ook al kunnen de mythen verschillen van cultuur tot cultuur. De basis is dus hetzelfde. Overal. Altijd.
In 1949 bracht Campbell er een boek over uit – na vijf jaar schrijven – en sindsdien is het ook opgepikt door Hollywood en zijn veel (misschien wel alle!) films gebaseerd op deze reis. Het is namelijk een reis die iedereen ondergaat. Bewust of onbewust. Al kan een boek of een film zich uiteraard ook focussen op slechts een paar delen van de reis.
Maar, het gaat hier niet om de films, al geeft dat wel herkenning. Even terug naar die mythen.
In al die verschillende verhalen ontdekte Campbelle dus een overeenkomst. Alle verhalen hadden een universeel patroon. Er is volgens hem één groot oerverhaal. Een verhaal met archetypische patronen. Met andere woorden: patronen die in iedereen vindbaar zijn. Het is wat ons onbewust met elkaar verbindt.
Waarom zijn deze verhalen zo belangrijk? Het gaat om de ontdekking: Wie ben je eigenlijk en wat kom je hier doen? Om dat te weten te komen zit er niets anders op dan op reis te gaan. En als je jezelf wentelt in je veilige comfortzone, dan krijg je vroeg of laat een oproep om die te verlaten. Het is de start van de Reis van de Held.
In grote lijnen onderscheidde hij: Vertrek, Initiatie en Terugkeer. De drie akten. Het is een reis waar je elke keer weer meer over jezelf ontdekt.