Dat ze al vijftien jaar als taalverwervingsdeskundige lessen en trainingen verzorgt is best bijzonder. Want als je het c.v. van Alike Last bekijkt, is de lijst net zo uitgebreid als divers. Van beroepstrainer tot een eigen cateringbedrijf, van directiesecretaresse tot docente Frans. Lange tijd was Alike op zoek naar wat ze nou écht wilde in haar werk. Wat waren haar ambities? Tot er iets gebeurde waardoor ze iets heel anders vond; zichzelf.
“Als je eenmaal begint met TPRS, dan kun je gewoon niet meer anders lesgeven”. Rustig en vol vertrouwen spreekt Alike wanneer ze vertelt over de methode waar ze als taaldeskundige sinds 2007 mee werkt.
TPRS, dat staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling, greep toevallig haar aandacht en liet haar niet meer los. “Een taal leren door samen verhalen te creëren en te lezen, ik voelde meteen dat dat klopte. Niemand in Nederland bleek deze methode toen nog te gebruiken, dus heb ik haar met mijn bedrijven Taalleermethoden.nl en Vrolijk&Frans geïntroduceerd.” Een praktische idealist, zo omschrijft ze zichzelf. “Talenonderwijs kan gewoon veel beter en leuker. Maar het moet wel praktisch zijn; dingen doen die geen nut hebben, vind ik zonde van mijn tijd.”
VROEGERE AMBITIES
Aan de zekerheid waarmee ze nu spreekt over haar werk, ging een lange zoektocht vooraf. Een vette carrière, een dikke auto en een mooi huis, dat waren de dingen waar ze vroeger over fantaseerde. Toch verliepen de jaren na haar middelbare school verre van soepel.
Mislukt mens, zonder ambities
Ze verruilde een opleiding tot voedingsdeskundige toch maar voor een studie psychologie, werd gillend gek tijdens een stage bij een sigarettenfabriek – een wereld vol competitie en haantjesgedrag – en belandde na twee jaar als beroepskeuzetrainer te hebben gewerkt in een burn-out. De idealist in haar vond telkens weer iets nieuws om zich enthousiast op te storten, maar er was altijd iets dat tegenzat. “Dan barstte ik weer in tranen uit. Ik maak ook niets af, dacht ik dan. Ik vond mezelf een mislukt mens. Het voelde afschuwelijk.”
“De glasscherven vlogen door ons open raam naar binnen.”
Toen kwam die ene vakantie in Frankrijk met haar vriend, waarbij ze over een heuvel een file inreed en het gevoel kreeg: ‘Ik moet weg achter deze kiepwagen’. Een paar tellen later schoot er een auto over de heuvel die zich met meer dan 120 km/u in de kiepwagen boorde. “De glasscherven vlogen door ons open raam naar binnen. Ik was helemaal aan het trillen en dacht: ‘Als ik niet naar links was gegaan, hadden we dit niet overleefd.’ Die ervaring bracht bij mij iets spiritueels op gang.” Alike begon te lezen, iets wat ze sinds haar studententijd niet meer gedaan had. “Ik leende de bieb leeg, las de meest gekke dingen over ufo’s, de Egyptische tijd, allemaal onderwerpen waarvan ik dacht: interessant, maar waarom lees ik dit? Tot ik op een boek over antroposofie stuitte.”
Innerlijk kompas in plaats van ambities
Vanaf dat moment begon alles voor Alike steeds meer op zijn plek te vallen. De zoektocht in haar werk, luisteren naar haar intuïtie in plaats van zoeken naar ambities. “Toen ik me meer ging verdiepen in die antroposofie, gaf me dat een stuk rust. Ik kon mijn zoektocht opeens plaatsen: ik ben gewoon een zoeker, dat is onderdeel van wie ik ben.” Waar haar intuïtie en gevoel eerder vaak zorgden voor onrust, begon ze die twee eigenschappen steeds meer als kompas te gebruiken. “Ik werkte op een gegeven moment bij een arbeidsbureau in Venlo, waar bezuinigd moest worden. Twee vrouwelijke collega’s namen me even apart en kwamen met zulke negatieve feedback, dat ik er letterlijk ziek van werd. Ik lag een week ziek in bed, nam daarna ontslag en dacht: nu ga ik mijn droom achterna.”
“Ik wilde later niet hoeven zeggen: dat was mijn droom, had ik het nou maar gedaan.”
Die droom was een Salon de Thé, waar ze naartoe probeerde te groeien via een eigen cateringbedrijf in Afternoon Tea party’s. “Ik wilde later niet hoeven zeggen: dat was mijn droom, had ik het nou maar gedaan. Ik was altijd al bezig met bakken, herinner me nu nog hoe mijn broer en ik, zo klein als we waren met onze neus zowat tegen het raampje van de oven gedrukt stonden.”
Haar bedrijf liep direct heel goed. Zo goed zelfs, dat ze vergat voor zichzelf te zorgen. “Er waren dagen bij dat ik om vijf uur ‘s ochtends begon en om twaalf uur ‘s nachts klaar was. Dan dacht ik tussendoor ‘oh ja, ik moet zelf ook nog iets eten’ en dan at ik snel wat restjes. Op een zeker moment kon ik het zowel letterlijk als figuurlijk niet meer verteren en woog ik nog maar 53 kg.”
Zomaar over
Na twee jaar kon haar lijf niet meer en stopte ze met haar cateringbedrijf. Via via kon ze parttime als directiesecretaresse aan de slag, waardoor ze haar gezondheid weer rustig kon opbouwen. Weer iets nieuws, weer iets anders, maar met één groot verschil: het voelde niet langer als falen. “Aan alles voelde ik dat dit klaar was. Ik weet nu dat ik een vernieuwer ben en dat ik dingen heel gevoelsmatig doe. Ik kan dus vol voor iets gaan, maar iets kan ook zomaar over zijn.” Op diezelfde manier maakte ze vijf jaar later een nieuwe switch, van haar baan als directiesecretaresse naar de opleiding tot docente Frans.
“Ik voelde gewoon: nu moet ik stoppen, maar wat ik dan moest gaan doen wist ik niet. Tot ik zag dat de kranten vol stonden met ‘docententekorten’. Toen dacht ik: Ja natuurlijk, Frans, mijn oude liefde.”
De toekomst
Bij de vraag hoe het kan dat ze nu al vijftien jaar hetzelfde doet, schiet ze in de lach. “Ja, dat is ongelofelijk. Deze manier van lesgeven is heel creatief, je vindt jezelf elke keer opnieuw uit. En ik ben iemand die moet blijven leren, anders ga ik me vervelen. Als dat hier niet inzat, was ik allang gestopt.” Nu ze zich laat leiden door haar gevoel, lijkt de druk van ‘moeten slagen’ volledig van haar te zijn afgegleden. Ambities heeft ze genoeg, maar de druk die ze zichzelf vroeger oplegde is eraf. “Vroeger droomde ik vooral over uiterlijke dingen, nu ga ik veel meer voor innerlijke rijkdom. En ik blijf een idealist hoor; ik zou heel blij zijn als universiteiten en hogescholen TPRS als leermethode oppakken, dus daar blijf ik mijn best voor doen. Maar op de dag dat ik het niet meer voel, stop ik er gelijk mee.”