Inhoud van dit artikel
Nu ik druk ben met de promotie van mijn roman, realiseer ik me dat ik niet zonder die ‘sociale’ media kan. Dat geldt net zozeer voor auteurs die hun werk in eigen beheer uitgeven, als voor auteurs die een reguliere uitgever hebben gevonden. Als je gelezen wilt worden, zal je eerst gezien en gehoord moeten worden.
Ongemak
Dus begeef ik me weer op Facebook, ben ik drukker dan ooit op LinkedIn, doe ik zelfs mijn best op Instagram. Leuk om ineens weer contact te hebben met een vriendinnetje van de lagere school, even bij te kletsen met een van mijn vriendjes van vroeger. Grappig die foto van die vage kennis. Tegelijkertijd groeit mijn ongemak. Ik doe mijn best authentiek te zijn. Bij mezelf te blijven. Maar is dat mogelijk in een digitale wereld? En wat is dat eigenlijk? Jezelf zijn? Ik vind dat een boeiende vraag, waarop ik het antwoord nooit ga vinden. Wat natuurlijk geldt voor de meeste interessante vragen in dit leven.
“En als ik toch een keer onnadenkend en primair reageer, wil ik onmiddellijk in een donker hol kruipen.”
De leukste foto
Ik denk daar ook over na als ik voor een opdracht een tijd lang rondloop bij een organisatie of bedrijf. Krijgen je collega’s werkelijk te zien wie je bent? Vermoedelijk niet. Toch zal het lastiger zijn enkel je geweldige kant te tonen als je week in week uit twee of drie dagen een uur of acht door dezelfde gangen loopt of aan een bureau tegenover elkaar zit. Dan merken mensen wel dat je soms ongeduldig of veeleisend bent. Dat je geraakt kunt worden door een afwijzing, die waarschijnlijk helemaal niet als afwijzing bedoeld is. Op internet kan ik nadenken over alles wat ik plaats: de leukste foto, dat ene filmpje dat wél gelukt is en waar ik zo authentiek overkom, die mooie quote, dat welgemeende compliment. Het zijn geen leugens. Het zijn delen van mij. Oprechte delen. Maar, net als bijna iedereen, laat ik niet alles zien. En als ik toch een keer onnadenkend en primair reageer, wil ik onmiddellijk in een donker hol kruipen. ‘Kon je je weer niet beheersen? Moest je weer zo nodig ergens een mening over hebben?’
Na de piek volgt het dal
Persoonlijk ben ik niet bijzonder gecharmeerd van mijn ‘social-media-ik’. De persoon die het blijkbaar belangrijk vindt om gezien te worden. Die het niet kan laten om te kijken of iemand nog ergens op heeft gereageerd. Ook mijn brein maakt bij het zien van veel duimpjes endorfine aan, je weet wel, dat gelukshormoon dat voor een goed gevoel zorgt. Maar na de piek volgt onherroepelijk het dal. Die sociale media kosten eindeloos veel tijd. Het is zo verslavend. Voor je het weet zit je eindeloos te scrollen én je druk te maken over ongenuanceerd gezwets, nutteloze discussies en eindeloze ego-geilerij. Waar vervolgens meteen een stemmetje op volgt dat me erop wijst dat ik me daar net zo goed met enige regelmaat schuldig aan maak. Iedere dag die ik veel op de social media doorbreng, ga ik me slechter voelen.
Een tweedimensionale wereld
Mag mijn masker af? Dat vind ik al lastig genoeg in het echte leven. Maar mag ik gewoon zijn wie ik ben, met al mijn voors en tegens, mijn sterke kanten én mijn nukken? Dat werkt niet op internet. Ik weet het. Want een tweedimensionale wereld kan geen driedimensionaal beeld weergeven. Het is gewoon onmogelijk. Iemand die op internet (of via de mail) een snauw geeft, komt vele malen harder over dan iemand die dat in het echt doet. Omdat je daar als snauwer meteen ziet wat je gedrag teweegbrengt en je er onmiddellijk iets verzachtends op kunt laten volgen, zelfs zonder iets zeggen. Of omdat de snauw überhaupt achterwege blijft als je iemand in de ogen kijkt en ziet dat die ander een kwetsbaar mens is, net als jij.
“Ik ontkom er niet aan.”
Mijn koter
Als ik echt mocht kiezen, zou ik me verstoppen. Ik wil schrijven. Dat is waar ik goed in ben. Dat voedt mijn ziel. Maar iemand die schrijft wil meestal ook graag gelezen worden. Wat zou ik graag willen dat mijn boek twee beentjes had, waarmee het zelf de wereld in kon wandelen: ‘Kijk je naar mij? Wil je mij leren kennen?’ De werkelijkheid is een andere. Eentje waarmee ik worstel. Ik hou niet van schijn, ik hou niet van verkopen (al zal je vermoedelijk anders denken als je me deze dagen op de ‘sociale’ media volgt).
Het spijt me
Ik ontkom er niet aan. Als ondernemer, als romanschrijver heb je internet nodig. Dus probeer ik zoveel mogelijk mezelf te zijn, met al mijn onzekerheden en angsten. Maar ook met mijn trots. Toen ik studeerde was ik al verslaafd aan internet, maar die verslaving bleef toen nog beperkt tot een paar geweldige sites, zoals die van een auteur met de prachtige naam Niemandsverdriet. Die begon met de zin: ‘Het spijt me van alles wat komen gaat’. En daar sluit ik mij graag bij aan.
Uitwisselen
Hoe beleef jij de digitale wereld? Ik hoor het graag van je. Want dát blijft prachtig aan deze tijd: dat het ook zo gemakkelijk is geworden mooie verhalen te delen, ervaringen uit te wisselen en van elkaar te leren.
Boeiende reflecties, in de bijdrage van Martien Versteegh. De vraag wie je ten diepste zelf bent en wat autentiek en integer is, blijft intrigeren en puzzelen zonder ooit het antwoord precies boven tafel te krijgen. Een samenraapsel aan aangeboren eigenschappen en karaktertrekken vermengd met wat we hebben bijgeleerd, en dat zich manifesteert, afhankelijk van de fase en de situatie waarin we verkeren. Zelf loste ik het vraagstuk ‘gelezen en dus ook gezien willen worden’ op, door mijn schrijfsels te bundelen in oplagen van 4, voor elk kleinkind een boek met in het voorwoord de suggestie dat het rustig ongelezen mag blijven tot het moment waarop zij er aantoe zijn. Financieel geen doorslaand succes, moet ik bekennen.