Iedereen ervaart het, maar eigenlijk weet niemand wat het nu precies is: inspiratie. Hoogleraar psychologie Ap Dijksterhuis, bekend van zijn boeken over het onbewuste en geluk, is de uitdaging aangegaan en heeft het ongrijpbare fenomeen inspiratie toch in woorden proberen te vangen in zijn nieuwste boek: inspiratie; hoe we tot grootse prestaties komen. “Inspiratie is geen geluk,” stelt Dijksterhuis heel stellig. “Het is een beloning.”
“Inspiratie dwing je voor een groot deel zelf af,” zegt de wetenschapper die al jarenlang gefascineerd is door dit fenomeen. Waar hij eerst dacht een boek te schrijven over creativiteit, ontdekte hij in een heus ‘eureka-moment’ dat het over inspiratie moest gaan. Deze momenten waarin plotseling duidelijk is hoe iets in elkaar zit, heb je niet voor het uitkiezen volgens Dijksterhuis. “Ze komen of ze komen niet.”
Hoe het exact werkt, kan Dijksterhuis ook niet uitleggen, beaamt hij. “Met fMRI onderzoek weten we steeds meer over de hersenen. Maar momenten van inspiratie zijn heel lastig te onderzoeken.” Inspiratie ontstaat immers niet op commando. Hij heeft het zo goed mogelijk wetenschappelijk benaderd en daarnaast talloze biografieën van geïnspireerde grootheden doorgespit om uiteindelijk tot een algehele conclusie te komen.
(Het volledige interview is beschikbaar voor leden van de FEEM Community)
De magie van inspiratie
Een wetenschappelijke conclusie over een ongrijpbaar fenomeen. Slaat dat niet alle magie eruit? “Misschien heb je daarin wel gelijk. Als je het echt helemaal op het niveau van neurotransmitters en hersencellen begrijpt, dan is de magie misschien wel een beetje weg,” vertelt hij. Om daar geruststellend aan toe te voegen: “Maar zover komen we toch nooit.”
⊕ Wat zou er ontstaan wanneer we inspiratie nog een stapje verder onderzoeken, voorbij de wetenschap? Klik hier voor het vervolgartikel.
De magie van inspiratie blijft ook in het wetenschappelijk onderbouwde boek van Dijksterhuis overeind. Zijn interesse voor oosterse wijsheden is voelbaar door de zinnen heen en door de manier waarop hij het onderwerp beschrijft, gaat je eigen inspiratie spontaan stromen.
Vormen van inspiratie
Volgens Dijksterhuis zijn er drie vormen::
1. Een evocatie. De eerste of hoogste vorm van inspiratie. We maken iets mee waardoor we weten wat we met ons leven moeten doen.
2. De inval. Er komt een idee in ons op dat leidt tot een nieuw doel, zoals een nieuw gerecht, een wetenschappelijk inzicht een nieuwe lesmethode, etc.
3. Flow-ervaring. Wanneer informatie uit het onbewuste als vanzelf naar boven lijkt te komen.
Dijksterhuis: “De drie vormen vertonen overeenkomsten: de belangrijkste is dat alle vormen van inspiratie de ontvanger het gevoel geven dat ze iets magisch meemaakt. Dit maakt het inspiratie. Je krijgt hulp van buitenaf, zo lijkt het. Je wordt geholpen door een hogere macht.” In zijn boek draagt de hoogleraar allerlei voorbeelden aan om te onderbouwen dat dit echter niet het geval is. Hij zegt heel duidelijk: “Inspiratie komt niet van boven, inspiratie dwing je zelf af. Je moet er keihard voor werken. Goede ideeën komen niet aanwaaien, alleen een brein dat er hard voor heeft gewerkt wordt beloond.” Een geïnspireerd leven, of prestaties op het hoogste niveau waarbij iemand onmenselijke prestaties lijkt neer te zetten, zijn dus voor iedereen haalbaar, volgens Ap.
(Het volledige interview is beschikbaar voor leden van de FEEM Community)
Het is hard werken
Wat dat harde werken inhoudt? Dat zet Dijksterhuis uitgebreid uiteen in zijn boek. Een van de belangrijkste onderdelen is meteen een mooie paradox: rust.
Een ontspannen hoofd is een voorwaarde om de inspiratie uit het onbewuste naar het bewuste te laten komen, legt hij uit. “Als je je zorgen maakt, of zelfs als je naar een spannende film kijkt, dan is je bewustzijn bezet dus dan komt er geen inspiratie naar boven. Een opgeschoond hoofd staat meer open voor berichten uit het onbewuste.”
Maar, voordat er in dat opgeschoonde hoofd inspiratie vanuit het onbewuste naar boven kan komen, zul je het moeten voeden met informatie. Na het lezen van dit boek weet je exact wanneer het het juiste moment is om ’te wachten op de inspiratie’ of wanneer het tijd is om aan de slag te gaan en je onbewuste te voeden. Of je prestaties daarna zo groots zijn als de genoemde namen in het boek, zoals Mozart, Max Verstappen, Oprah Winfrey, Yoko Ono of Freddy Mercury is niet relevant. Dit gaat niet om het verkrijgen van een heldenstatus. Het gaat om het leiden van een geïnspireerd leven. Na het lezen van dit boek heb je daar meer dan genoeg handvaten voor.