Daar stond ik dan. Op 13 jarige leeftijd mijn zus en haar vriendinnen te helpen met de kaartjes voor de trein. Op gegeven ogenblik voelde ik iets heel naars over me heen gaan. Ik keek om en uit het niets kreeg ik een keiharde klap in mijn gezicht van een onbekende man. Hij liep erna gewoon weg. Of er niets aan de hand was. Iedereen was verstard. Ik ook. Ik kon het niet bevatten of onder woorden brengen. “Ben ik nu echt net geslagen?” Mijn zus en haar vriendinnen knikken en kruipen bij elkaar. Want de man loopt verward rond en zij zijn bang dat hij terug komt of dat bij mij het kwartje valt wat er gebeurd was. Mijn zus was verbaasd dat ik er niet bovenop stond en achter hem aan ging. Ik had immers de reputatie omdat ik Nederlands kampioen karate was.
”Ik kon het niet bevatten”
Maar ik deed niks, ik was verstard voor een tijdje. Ik voelde ineens een intense boosheid in mij opkomen en voelde het bloed weer terugstromen in mijn lichaam. Mijn handen veranderde in vuisten en mijn zus en haar vriendinnen schrokken en wilden mij tegenhouden. Mijn complete verstarring maakte plaats voor mijn vechtmechanisme. Ik liep naar het spoor om te kijken waar hij gebleven was. Ik zag hem in de verte weer aan komen. Mijn zus en haar vriendinnen smeekte mij om terug te komen.
”Mijn complete verstarring maakte plaats voor mijn vechtersmechanisme”
Het volgende gevoel overviel me. Ik werd bang. Ik voelde iets in mijn lijf zeggen dat ik daar weg moest gaan. Welkom vluchtmechanisme. Of was het mijn intuïtie? Of een gids? Alles trok me in elk geval weg van die plek. Ik zag zijn blik in de verte en het leek of hij elk moment op mij af kon rennen. Ik deed rustig een stap naar achteren. Ineens stopte politieauto’s zonder sirenes met een noodgang. “Waar is hij?” Mijn zus en vriendinnen wijzen zijn kant op. Mijn blik en zijn blik blijven in contact. Hij wordt in de boeien geslagen en gefouilleerd. Daar vinden zij een mes. Hij lachte naar me. Ik wist welke kant het op had kunnen gaan op dat moment.
”Alles trok me weg van die plek”
Hij werd in de auto gezet en hij bleef me strak aankijken. “Jullie hebben geluk. Het is een ontsnapte tbs’er.” Mijn zus en haar vriendin beginnen heel hard te huilen. Ik zit weer terug in mijn verstarring, zijn ogen nog steeds op mij gericht. Er gaan duizend dingen door mij heen. Ik geef hem nog 1 blik en hij lacht. Ik laat geen enkele emotie zien. Mijn lijf hield mij tegen terwijl mijn brein wilde aanvallen. Wat het ook was, intuïtie, kracht of gewoonweg angst. Ik ben dankbaar dat het op deze manier was afgelopen en ik had een goede les voor het leven meegekregen.
”Je hebt geluk gehad”
Hoe je ook denkt te reageren, op het moment suprême kan iets anders de overhand krijgen. Dat is sindsdien altijd mijn motto geweest en heeft mijn interesse voor het lijf aangewakkerd. Want wat ik ook dacht te weten en te denken, ook wat anderen van mij hadden verwacht, de ervaring is toch anders. Of ik nu hetzelfde zou reageren? Dat kan alleen het moment weten waarop het gebeurt. Het hangt van zoveel factoren af. Hoe ik me voel, wat er al op een dag gebeurd is. Wat voor een persoon het is. Laten we er maar vanuit gaan dat het once in a lifetime experience was met een mooie les voor de toekomst.