In zijn boek ‘inspiratie’ onderbouwt hoogleraar Dijksterhuis dat inspiratie alleen magisch voelt, maar niet zo magisch ís. Er is volgens hem geen collectief bewustzijn, een bron buiten onszelf waar we magische ideeën vandaan halen. Doordat we met ons bewuste, ons verstand, dat onbewuste niet kunnen begrijpen, lijkt het alsof de bron van inspiratie buiten onszelf ligt, legt Dijksterhuis uit. “Maar dat is niet zo.”
Hij noemt inspiratie: de toverkunst van ons eigen onbewuste. “Een Eureka moment is het verschijnsel zelf dat besloten heeft zichzelf bloot te geven,” vertelt Dijksterhuis in zijn boek. Hij vult aan: “Ideeën en invallen die uit de diepere regionen van je onbewuste komen hebben iets puurs. Het is elegant, het is ordelijk en harmonieus, en het is onaantastbaar. Je kunt er niets op afdingen. Je kunt er niet over onderhandelen, zou je kunnen zeggen, omdat het bewustzijn van de bedenker zelf ook niet onderhandeld heeft. Het is onbedoezeld.”
Hoe mooi en vol herkenning voor elke creatieveling deze woorden van Dijksterhuis ook zijn, vanuit zijn wetenschappelijke perspectief lukt het hem om magie van inspiratie ook feitelijk te bekijken. Hij schrijft in zijn boek: “Je ziet dat kunstenaars kunnen aarzelen om zich verantwoordelijk te voelen oor hun scheppingen. Beethoven ondertekende zijn symfonieën niet meer. Ze kwamen niet van hem maar van God, hij was slechts een doorgeefluik, vond hij. Dat mensen vroeger, toen we minder begrepen van de psychologie, geloofden in de Muzen of in de scheppende kracht van God is niet vreemd in het licht van wat ons onbewuste kan maken.”
En de bron van de inspiratie van Mozart?
Ook al is het niet te bevatten, toch wil dat bewuste deel in mij het heel graag begrijpen. Mozart bijvoorbeeld, het wonderkind. De eerste symfonieën die hij uitbracht dateren van 1764. Hij was toen acht jaar oud. Het kan toch niet dat dat simpelweg uit zijn eigen bewustzijn is ontstaan, er moet haast wel een collectief bewustzijn zijn? Volgens Dijksterhuis is het allemaal wetenschappelijk te verklaren en heeft het niets te maken met een bijzondere, wonderlijke gave waarbij hij de muziekstukken ‘uit de lucht’ plukt. De hoogleraar stelt dat zijn geniale ideeën simpelweg uit zijn eigen onbewuste voortkomen. Zijn onbewuste is na zijn geboorte gevoed met duizenden uren aan muzikale training, wat het fundament vormt van zijn geniale muzikale talent.
(Het volledige interview is beschikbaar voor leden van de FEEM Community)
Dijksterhuis: “We weten dat Leopold Mozart, Wolfgangs vader, zijn kinderen muzikaal opvoedde. Hij was bovendien muziekleraar; hij had een lesmethode ontwikkeld die hij vervolmaakte met de opleiding van Maria Anna, zijn dochter. Ze speelde op haar elfde net zo goed piano en harp als een professioneel onderlegde volwassene. Toen Wolfgang, die vijf jaar honger was dan zijn zus, voor het eerst uit zijn ledikant kroop, was zijn vader Leopold er helemaal klaar voor. Wolfgang werd al onder handen genomen vanaf zijn derde; op zijn vierde werkte zijn vader fulltime aan zijn muzikale opvoeding.”
Dus het is niet bijzonder dat Mozart op zijn zevende een absoluut gehoord had? Dijksterhuis is heel resoluut. “Nee. De waarheid is ontnuchterend simpel: hoe meer uren je maakt, hoe verder je komt.” Was Mozart dan helemaal niet bijzonder volgens hem? “Dat was hij wel,” vertelt Dijksterhuis in zijn boek. “Vanaf het moment dat hij een jaar of zeven was herkende hij iedere toon. Je kon Wolfgang opsluiten in een andere kamer, hij hoorde alles. Zelfs bij een ‘hatsjoe!’ van een niesbui wist Mozart je te vertellen in welke toonsoort je had geniest. Hij was bijzonder vanwege zijn prestaties: opera’s, misdiensten en symfonieën, zeshonderd muziekstukken in totaal. Dat wil echter niet zeggen dat die prestaties te danken waren aan het feit dat hij een wonderkind was.”
In het interview gaan we nog wat dieper in op die bron van inspiratie en licht Dijksterhuis het nog eens toe: “Het hele idee van wonderkind: er zijn geen short cuts. Mensen die ontzettend veel bereiken hebben we allemaal keihard voor gewerkt. Natuurlijk kan het zijn dat je door aanleg nog een stuk verder komt, maar het is je eigen onbewust dat tegen je praat en dat kun je voor een heel groot deel voeden. Als je hard werkt, en dus veel transpiratie hebt, vergroot je ook de kans op inspiratie. Je kunt het wel degelijk voor een deel afdwingen.”
Inspiratie heeft iedereen
(Het volledige interview is beschikbaar voor leden van de FEEM Community)
Met alle ideeën, lessen, boeken, gesprekken, studies en andere informatie voed je je onbewuste. Deze legt verbindingen waardoor soms plotseling iets kan ‘klikken’ en – dat voelt magisch – er een eurekamoment ontstaat. In ons gesprek licht Dijksterhuis nog eens toe hoe je tot dat punt komt: “Je moet het gewoon ontzettend graag willen en er heel veel tijd in steken. Ook bij Mozart kwam het uiteindelijk voort uit zijn liefde voor muziek. Hij hield van muziek. Zijn vader hoefde hem niet te dwingen om bepaalde dingen te doen. Dat ging vanzelf. Hij wilde gewoon heel graag muziek maken. En dat is de kern, denk ik.” Daarna komt het volgens hem aan op het aantal uur dat je je vaardigheden oefent. Of het nu om muziek gaat, schrijven, zwemmen. Een relativerende gedachte. Dit betekent dat aangeboren talent minder belangrijk is dat de wil om iets te bereiken. De groten der aarde – op welk gebied dan ook – wilden gewoon heel graag en hebben daar vele, vele uren in gestopt om te kunnen excelleren.
“Er is geen collectief bewustzijn”
Maar is er dan helemaal geen collectief bewustzijn waar informatie uit gehaald kan worden? “Nee, daar geloof ik niet in. Ik geloof dat je je eigen onbewuste kunt voeden door heel hard te werken, en dat je tegelijkertijd stappen kunt ondernemen om de informatie in dat onbewuste naar boven te halen. De een is daar beter in dan de ander. Zo helpt bijvoorbeeld wandelen om die stroom vanuit het onbewuste op gang te brengen. Dus in die zin is het contact wat je kunt maken met je eigen onbewuste wel heel erg belangrijk. Maar ik geloof niet in een collectieve bron.”
(Het volledige interview is beschikbaar voor leden van de FEEM Community)
Mijn honger naar een antwoord is nog niet gestild en ik praat verder met Maike van Meulen, ookwel de ‘Creatieve Veranderaar’ genoemd. Inmiddels heeft ze twee boeken geschreven over het bereiken ‘van doelen waar je blij van wordt’. Ook daarin neemt ze je mee naar de werking van het onbewuste en onderbouwd ze haar ideeën vanuit haar wetenschappelijke achtergrond. In haar derde boek over de kracht van oorsprong [nog niet uit op moment van schrijven, red.] laat ze voor het eerst haar wetenschappelijke pet los en schrijft ze volledig vanuit haar ervaringen in Eenheid. Je zou kunnen zeggen: vanuit dat oneindige collectieve bewustzijn.
We hebben het over het goddelijke – die magie – in onszelf en dat zijn wij, geeft de schrijfster aan. Zij legt uit: “We gaan op in het totaal. Feitelijk gezien bestaan de deeltjes uit de kosmos uit hetzelfde als de deeltjes die wij hebben in ons lichaam. Dus zuurstof in ons, zit ook overal. Daarin zijn we een. Maar we zijn het zelf die dingen doen. De essentie is dat je eigen wijsheid van binnenuit spreekt.”
(Het volledige interview is beschikbaar voor leden van de FEEM Community)
Ook wat haar betreft ligt de bron van onze inspiratie dus in onszelf. Toch vraag ik me af of zij en Dijksterhuis het over hetzelfde hebben. Volgens Dijksterhuis gaat inspiratie niet verder dan ons eigen onbewuste, wat in ons zit. Zij heeft het over het opgaan in het totaal. Dat klinkt toch wezenlijk anders. Daarover zegt Van Meulen: “Beide klopt. Het ‘goed’ of ‘fout’ denken zit heel diep in ons en dat is niet waar dit om gaat. Het doet er eigenlijk helemaal niet toe. Waar het in de essentie om gaat is dat je blijft ervaren, als mens. Dan verbreden we ook blikveld, ook voorbij de wetenschap.”
Mijn hoofd draait overuren en wil het begrijpen. Komt inspiratie nu alleen uit onszelf of toch uit een groter collectief bewustzijn waarmee ons onbewuste in contact staat? Van Meulen: “Het is oneindig. Daar kan je mind, je hoofd, nooit begrijpen. Dat heb je te ervaren door daarvoor open te staan. Niet mentaal vanuit ons hoofd, maar vanbinnen uit.”
(Het volledige interview is beschikbaar voor leden van de FEEM Community)
Zei Dijksterhuis in het interview eigenlijk niet exact hetzelfde, alleen in andere woorden? “De kern van de magie van Mozart zat in de liefde die hij had voor muziek.” Liefde is de bron van alles. Daar komen we allen vandaan, het zit in ons allen en is overal om ons heen. In die zin zou je kunnen zeggen: het is beide waar.
In een eerder artikel zagen we al dat Dijksterhuis drie vormen van inspiratie onderscheidt:
1. Een evocatie. De eerste of hoogste vorm van inspiratie. We maken iets mee waardoor we weten wat we met ons leven moeten doen.
2. De inval. Er komt een idee in ons op dat leidt tot een nieuw doel, zoals een nieuw gerecht, een wetenschappelijk inzicht een nieuwe lesmethode, etc.
3. Flow-ervaring. Wanneer informatie uit het onbewuste als vanzelf naar boven lijkt te komen.
Een complete omschrijving, gezien vanuit de wetenschappelijke benadering. Dit is wat enigszins meetbaar is in de hersenen. Tegelijkertijd weten we ook dat niet alles meetbaar is.
Een vierde vorm van inspiratie
Zou het kunnen zijn dat er een vierde vorm van inspiratie is – die voorbij wetenschap gaat? Inspiratie die ontstaat door verbinding met een collectief bewustzijn?
Dan kom de Nederlandse Rajacenna online tegen. Ze wordt ook wel de ‘Einstein van Nu’ genoemd. Neurotherapeut en ’s werelds grootste EEG-expert Bill Scott zegt over haar: “Rajacenna is een buitengewoon menselijk wezen en ze heeft een zeer uitzonderlijk brein. Ik heb dit nog nooit eerder bij iemand gezien.” In haar brein is een mix van symmetrisch en asymmetrisch kenmerken gemeten is en de activiteit in de parietale kwabben is blijkbaar drie keer zo hoog is als bij een normaal mens. De functies van deze kwabben zijn het zintuigelijk vermogen en het ruimtelijk denken. Tijdens het tekenen gaan haar hersenen voor het grootste deel in slaapstand, waardoor het creatieve gedeelte van haar brein alle ruimte krijgt die het nodig heeft. Ondertussen maken haar hersenen allerlei gecompliceerde berekeningen, waardoor ze zo realistisch met links én rechts kan tekenen. Met handen én voeten. Tegelijkertijd.
Het is verbluffend wat zij kan. Zouden haar prestaties simpelweg zo groots zijn doordat ze goed kan ‘intappen’ op haar eigen onbewuste of zou deze uitzonderlijke prestatie mogelijk zijn doordat haar onbewuste tevens in contact staat met een bron van inspiratie die groter is dan zijzelf, een collectief bewustzijn? Niemand kan immers zien wat de energetische verbindingen zijn die onzichtbaar zijn voor de hedendaagse meetapparatuur.
Wat geloof en ervaar jij? Praat mee in de comments!
[…] → Niet alles is te verklaren. Kijk hier het interview wat we over de (on)verklaarbare kant van inspiratie hadden met wetenschapper… […]