Als zo’n vraag op mijn pad komt, ben ik snel geneigd om ‘ja’ te zeggen. Eerlijk gezegd, na die ‘ja’ ga ik pas nadenken over hoe ik zo’n opdracht in ga vullen. Mijn neiging was om te voldoen aan hun verzoek en me daar als consultant op te stellen. Dat betekent gesprekken voeren, analyses maken en met scenario’s komen voor oplossingen.
Vervolgens kom ik met een advies, waarin volgens mij de beste oplossing staat. Dat alles uiteraard opgetekend in een mooi adviesrapport, waarna ik ze veel succes zou wensen met het traject. Oh ja, en ik zou natuurlijk laten weten dat ik ze graag bij zou staan in het uitvoeren van het advies. Ik ben immers van vele markten thuis.
Maar er gebeurde iets bijzonders: de opdracht maakte me zenuwachtig. De opdracht op deze manier aanpakken past helemaal niet bij mij. Het is niet hoe ik wil werken. Een belangrijk uitgangspunt voor mij is namelijk dat ik het niet per definitie beter weet. Ik vind ook niet dat ik het beter weet, maar ook niet dat ik het beter zou moeten weten. Mijn kracht zit ergens anders.
Voelen
Ik wil voelen wat er nodig is. En dan bedoel ik: wat er nodig is bij iedereen, bij ieder individu én bij het het bedrijf. Dus stelde ik mezelf de vraag: ga ik de opdracht invullen zoals van mij wordt verwacht of ga ik het op mijn manier doen? Tijdens de gesprekken die ik voerde werd het snel duidelijk. Mijn vorm van adviseren is coachend. In gesprek met iemand komen we samen tot inzichten. Of misschien komt mijn gesprekspartner tot inzichten dankzij vragen van mij.
Dat zorgt er alleen voor dat ik me af ga vragen wat ik eigenlijk gedaan heb in dat proces. Je hebt vast weleens van het imposter syndroom gehoord, wat ervoor zorgt dat je bang bent door de mand te vallen, iets niet te kunnen, terwijl je wel degelijk capabel bent. Ik was bij deze opdracht inderdaad bang geen waarde toe te voegen en niet serieus genomen te worden. Dat ik dus geld zou vragen voor iets zonder nut.
Ik besloot het bedrijf uit te leggen wat ik deed en ik realiseerde me pas wat er met mij gebeurde, terwijl ik dit deed. Dat is vaak hoe ik werk: van binnenuit. En dan kom ik er gaandeweg achter wat ik aan het doen ben. Grappig, toch? Toen ik dit tot me door liet dringen, ging ik me anders voelen over de opdracht. Ik voelde eerlijk gezegd nog steeds wel onzekerheid, omdat ik het op zo’n andere manier deed dan van mij werd verwacht. Het is niet de klassieke consultantsmanier.
De uitkomst
Inmiddels, nu ik dit schrijf, zijn we tot een uitkomst gekomen. En dat is voor nu de best mogelijke oplossing. Hierbij weten we dat binnen een paar jaar de situatie verder zal bewegen naar een definitieve oplossing. Dat heeft iets onzekers én iets moois in zich. We hebben dus geen ‘hosanna-joepie-de-poepie-‘oplossing gevonden, maar de ‘grootstgemenedeler’-oplossing. Natuurlijk had ik graag een definitieve oplossing geboden, snel en effectief. Want stiekem zit er ergens nog een overtuiging dat ik dan als adviseur het beste heb gepresteerd. Maar ik ben me tijdens het traject steeds zekerder gaan voelen en ben nu ook trots.
Mijn achtergrond is er een van altijd moeten weten hoe het moet, hoe het hoort en doen wat er van me wordt verwacht. Al die overtuigingen hebben me jarenlang belast en doen dat nog steeds een beetje. In deze opdracht heb ik weer een stap gezet in het los leren laten van die overtuigingen en gewoon werken zoals ik het liefste en het beste werk. Ook al is dat blijkbaar anders dan wat gangbaar is.
Ontdekkingstocht
Het is een ontdekkingstocht, waarbij ik iedere dag nieuwe dingen ontdek aan hoe ik werk. Dat bedenk ik niet, ik analyseer het niet, het ontstaat. Omdat ik steeds beter leer luisteren naar mijn gevoel en intuïtie en daarnaar durf te handelen. Ik durf de – soms door mijzelf bedachte – verwachtingen van anderen los te laten. Dat op een andere manier werken is soms lastig, het is zoeken en blijven vertrouwen op jezelf. Al met al een heel spannend proces. Ook het schrijven erover vind ik spannend. Ergens hoor ik toch dat stemmetje dat zich afvraagt hoe lezers hierop zullen reageren. Vinden jullie mijn kwetsbaarheid niet zwak, vinden jullie het wel goed hoe ik het doe? Misschien weet ik het antwoord daarop al wel. Ik weet in ieder geval wat mijn antwoord zou zijn op die vragen. Maar het blijft kwetsbaar.
Ik vind dit zo mooi gezegd: ‘Een belangrijk uitgangspunt voor mij is namelijk dat ik het niet per definitie beter weet. Ik vind ook niet dat ik het beter weet, maar ook niet dat ik het beter zou moeten weten. Mijn kracht zit ergens anders.’ Oprecht durven en kunnen zeggen: ik weet het niet, we gaan het samen ontdekken is enorm krachtig. Dat is denk ik de mooiste manier om het Imposter Syndroom te laten oplossen. Van ‘ik moet het allemaal weten’ naar ‘ik hoef het niet allemaal te weten’. En dan durven voelen wat er nodig is. Erg krachtig!
Dank je wel Yvonne, zo is het en heb ik het ook bedoeld. Ik hoop dat het een uitnodiging naar de lezers kan zijn om dit ook als uitgangspunt te nemen en allerlei aannames en verwachtingen los te laten en gewoon te kunnen zijn.
Mooi artikel, Annechien. Erg krachtig en getuigt juist van visie, vind ik.
Dank je wel Sonja, ik denk dat je gelijk hebt!